Wetenschappers van FOM en de Vrije Universiteit Amsterdam hebben een experiment ontworpen waarmee zij een populaire donkere energie-theorie op de proef kunnen stellen. Na vier jaar werk hebben ze nu een belangrijke mijlpaal bereikt: hun donkere energie-krachtdetector werkt. De eerste tests met het apparaat zijn veelbelovend, het lijkt erop dat de detector inderdaad de benodigde gevoeligheid zal krijgen waarmee hij de theorie kan toetsen.

Natuurkundigen weten dat het heelal versneld uitdijt, maar het is onbekend wat de drijvende kracht achter deze versnelling is. Hoewel niemand weet wat er aan de kracht ten grondslag ligt, hebben fysici het wel alvast een naam gegeven: donkere energie. Een intrigerende eigenschap van donkere energie is dat het in de uitgestrekte, lege delen van ons universum tot gigantische krachten leidt, zodat het de ruimte zelf uiteen duwt, terwijl het geen meetbare gevolgen lijkt te hebben op de schaal van planeten of zelfs het zonnestelsel. Deze veranderlijke eigenschap van donkere energie leidde in 2004 tot het zogenaamde 'kameleon-model'. Er zijn verschillende experimenten geweest om kameleon-interacties te meten, maar tot nu toe is geen enkel succesvol geweest omdat de gevoeligheid niet groot genoeg was.

In 2010 werkten de onderzoekers samen met internationale collega's om een methode te bedenken die wel kameleon-interacties kan meten. Zij bedachten een setup met twee parallelle platen. Als de dichtheid van het medium tussen deze platen verandert, zou er logischerwijs ook een verandering zijn in de sterkte van de kameleon-interacties. Dat zou dus tot een verschil leiden in de totale kracht tussen de platen, die gemeten kan worden. Na het overwinnen van diverse technische obstakels is het nu gelukt een praktisch bruikbaar apparaat te bouwen dat de naam 'Casimir and non-Newtonian force experiment' ('Cannex') heeft gekregen. Uit een recente eerste test van de krachtsensor blijkt dat de detector inderdaad gevoelig genoeg zal zijn om kameleon-interacties te meten.