baanvak-signalering

112 66 BAANVAK-SIGNALERING S1 R10 4 D2 S2 A 0 B R H D3 D S3 •—( 5 S4 R1...R4 4x100k 14 D R `rk D R5...R8 N2 =1/4IC 4 =4049 4 x 100k 12 C IC2 4043 N1= IC3= 4078 1C4 IC3 1C2 IC1 87402 12V O Vooral bij grote modelbanen met meerdere verdie- pingen en tunnels is deze baanvak- signalering wel- licht een welkome uitbreiding. Bij die wirwar van sporen is het immers vaak moeilijk vast te stellen waar de trein zich precies bevindt. Deze schakeling geeft met LED"s aan waar de trein zich op dat moment bevindt. Een baanvak kan daartoe in acht stukken worden verdeeld, met aan het begin van ieder vakgedeelte een reedkontakt (SI . . S8). Een negende kontakt dient aan het eind van het baanvak te worden geplaatst. Dit om de signalering van het desbetreffen- de baanvak ook weer te kunnen uit- schakelen. De schakeling bestaat uit een achttal R/S-flipflops met elk een LED aan de uitgang. Alle set-ingangen zijn tevens met een NOR-poort verbonden, die via een impulsvormer en een buffer- trap zorgt...