Buizen op een lage spanning, deel 1

Is het pure nostalgie, of zijn buizen voor een aantal toepassingen toch beter dan transistors? In ieder geval beleeft de vacuümbuis de laatste jaren een comeback. Het werken met buizen wordt echter vaak als lastig ervaren. Vooral de hoge spanningen die bij buizen worden gebruikt, schrikken velen af.
Gewoonlijk werken buizen met een anodespanning van 250 V of meer. Schakelingen die werken met een voedingsspanning van 100 V of lager komen bijna niet voor. Bij vermogensversterkers, zoals zendereindtrappen, worden wel spanningen gebruikt van enkele kilovolts. Zulke onplezierig hoge spanningen schrikken natuurlijk af. Bovendien zijn de benodigde speciale trafo en hoogspanningselco's kostbaar en niet altijd makkelijk te verkrijgen. Soms wordt nog weemoedig een buis uit de kast gepakt en na enkele overwegingen toch weer teruggelegd. En dat hoeft eigenlijk niet. Uitgebreide experimenten hebben aangetoond dat de meeste buizen ook nog werken op een lage voedingsspanning. Natuurlijk wordt dan niet het optimum bereikt als het gaat om het uitgangsvermogen of de maximaal haalbare versterking. Maar het experimenteren met vacuümbuizen wordt dan voor velen wel aantrekkelijker.