De Ariel Motor Company in het Engelse Somerset bouwt een hybride-auto, die er zijn mag: kentallen: een gasturbine van 1.180 PK en een vierwielaandrijving van 880 kW zorgen voor een versnelling van 3,8 s van 0 tot 160 km/h resp. 2,5 s van 0 tot 100 km/h.

De Ariel Hipercar is ooit begonnen als een project in het kader van een onderzoeksinitiatief voor voertuigen met een laag energieverbruik. Maar er is iets heel anders uitgekomen. Dus als u een Bugatti met zijn 1.500 PK te ouderwets en te milieuonvriendelijk vindt en u ook niet echt thuis voelt bij het sterkste en toch al bijna profane Tesla Model S, hebt u nu een Brits alternatief in de vorm van de Ariel Hipercar.

Ariel heeft onlangs een nieuwe bijdrage van 2 miljoen pond (€2,3 miljoen) ontvangen, en dankzij deze financiering zal het Hipercar-project naar verwachting in 2020 het eerste model kunnen gaan leveren. Als u genoeg geld op zak hebt, kunt u kiezen uit twee versies: het nog redelijk ontspannen model, waarvan alleen de achterwielen worden aangedreven en dat maar 590 PK op de straat zet, of het power-model met 4 motoren in vier wielen met 1.180 PK (totaal koppel: 1800 Nm). Bij beide modellen levert één wiel een vermogen van 220 kW.
 
De elektromotoren zitten samen met een eigen planetaire overbrenging en de motorsturing in de wielen. De magneten zijn aangebracht rondom de buitenkant van de rotor en zo wordt een bijzonder hoge koppeldichtheid bereikt, waardoor de bewegende massa zo klein mogelijk blijft. Bij zulke vermogens moeten, net als al bij de Tesla, de bufferaccu’s worden gekoeld. Bij de Hipercar gebeurt dat niet met lucht, maar met een water-glycol-koelmiddel. De lithium-accu kan daarbij piekvermogens afgeven van maximaal 1.500 kW (1.200 A bij 750 V).
 
Het bijzondere is de door Delta ontwikkelde gasturbine, die een maximaal toerental haalt van 120.000 omw/min. Die heeft werkelijk een groot rendement en zorgt ervoor, dat met deze seriële hybride een grote actieradius haalbaar is. Het eerste seriemodel is gepland voor volgend jaar, de serieproductie begint vanaf 2020. Als u wilt weten, hoeveel u moet gaan sparen, moet u nog even wachten, want de prijzen staan nog niet vast.