Onderzoekers van de Universiteit van Californië (UCLA) en de Universiteit van Connecticut, onder leiding van professoren Richard Kaner en James Rusling, hebben een ‘biologische supercondensator’ ontwikkeld die gebruik maakt van ionen die van nature in vloeistoffen in het menselijk lichaam aanwezig zijn. De ‘supercondensator’ is onschadelijk voor het levende organisme en kan de aanzet geven tot pacemakers en andere implanteerbare apparaten die langer (eventueel zelfs een leven lang) meegaan.
Pacemakers (die hartritmestoornissen tegengaan) en andere implanteerbare apparaten hebben ontelbare levens gered, maar deze apparaten worden door conventionele batterijen gevoed die op een gegeven moment uitgeput raken en vervangen moeten worden – met alle risico’s van dien. Bovendien bevatten batterijen giftige materialen die bij lekkage gevaarlijk voor de patiënt kunnen zijn.
De supercondensator die de onderzoekers hebben uitgevonden, wordt opgeladen onder gebruikmaking van biologische vloeistoffen (bloedserum, urine en dergelijke) en werkt samen met een zogenaamde energy harvester die lichaamswarmte en -bewegingen omzet in elektrische energie die in de condensator wordt opgeslagen.
Moderne pacemakers zijn niet veel groter dan een 2-euro-munt bij een dikte van 6...8 mm; ongeveer de helft van de inhoud wordt door de batterij in beslag genomen. De nieuwe supercondensator is daarentegen slechts 1 micrometer dik. Hij kan meer energie opslaan dan een lithium-ionbatterij van gelijke afmetingen. De supercondensator bestaat uit grafeen in combinatie met gemodificeerde menselijke eiwitten als elektrode.