Onderzoekers aan de Zweedse Universiteit van Linköping hebben een thermo-elektrische, organische transistor ontwikkeld, die niet wordt aangestuurd met elektriciteit maar met warmte. Het nieuwe, in het vakblad Nature Communications beschreven, onderdeel is geschikt voor het meten van kleine temperatuurverschillen. Dat kan bijvoorbeeld leiden tot de ontwikkeling van nieuwe soorten warmtecamera’s.

In het lab voor organische elektronica van de Universiteit Linköping is de eerste transistor ter wereld ontwikkeld, die wordt aangestuurd met warmte in plaats met een traditioneel elektrisch signaal (spanning/stroom). Dit heel nieuwe onderdeel zou verstrekkende gevolgen kunnen hebben en nieuwe toepassingen mogelijk kunnen maken, zoals het meten van kleine temperatuurverschillen. Maar ook schakelingen die op infrarood licht reageren zijn denkbaar. Het voor deze transistor gebruikte elektrolyt is namelijk honderd maal temperatuurgevoeliger dan tot nu toe gebruikelijke thermo-elektrische materialen. Zo’n transistor zou dus goed als intelligent pixel-sensor kunnen dienen. Met een groot aantal ervan zouden we een gevoelige warmtebeeldcamera kunnen realiseren, die zelfs geschikt zou zijn om in een smartphone in te bouwen.

Deze nieuwe ontwikkeling is gebaseerd op het werk aan een supercondensator voor het opslaan van zonne-energie, die al in 2016 werd gepresenteerd. Het daarbij ontdekte elektrolyt zet veel effectiever warmte om in spanning als zijn voorgangers. Warmteverschillen worden 100 keer beter omgezet in spanning als bij tot nu toe gebruikte elektrolyten. Bij het zoeken naar nieuwe toepassingen van dit materiaal is de warmtetransistor ontwikkeld.