Onderzoekers van de Stanford University School of Medicine zijn erin geslaagd om met een combinatie van microfluïdica, elektronica en een standaard inkjetprinter een biochip te produceren die kan worden gebruikt voor het analyseren van cellen ten behoeve van onderzoek en diagnose. Het bijzondere van het nieuwe 'lab-op-een chip' is de kostprijs: minder dan één cent per stuk.

De nieuwe technologie kan voor een revolutie in de medische diagnostiek zorgen, en dan vooral in ontwikkelingslanden. Daar zijn – zacht uitgedrukt – de mogelijkheden van een vroege diagnose uiterst beperkt (of zelfs non-existent), terwijl deze de overlevingskansen bij ziekten als borstkanker kan verdubbelen. Bestaande diagnose-apparatuur kost vaak vele duizenden euro's – een arts in West-Europa hoeft daar zijn hand niet voor om te draaien, maar in de binnenlanden van Afrika vormt zo'n bedrag een vrijwel onneembare horde. Hier kan de nieuwe biochip een belangrijke rol gaan spelen.

Het systeem bestaat uit twee delen: een (goedkope) transparante siliconen houder voor een oplossing met de te onderzoeken cellen, die op een herbruikbare elektronicastrip rust. Deze laatste kan met een gewone inkjetprinter op een flexibel vel polyester worden geprint met behulp van normaal verkrijgbare geleidende inkt op basis van nanopartikels. De productie van een complete chip neemt niet meer dan 20 minuten in beslag, en er zijn geen speciale faciliteiten voor nodig.

Het is bij het nieuwe systeem niet nodig de te onderzoeken cellen te voorzien van fluorescerende of magnetische 'markers' – de chip scheidt de cellen op basis van hun intrinsieke elektrische eigenschappen (dielektroforese) en deze eigenschappen verschillen bij gezonde en zieke cellen.

De volledige tekst van het onderzoek kan hier worden ingezien.