Onderzoekers van het meetlaboratorium van het Amerikaanse standaardisatie-instituut NIST hebben een nieuwe stap gezet bij de ontwikkeling van fotonische thermometerchips. Deze sensors, die temperatuur meten met behulp van licht, hebben belangrijke voordelen ten opzichte van bestaande thermometers: ze zijn robuust, bestand tegen elektromagnetische interferentie en ze zijn zelfkalibrerend. Het licht voor de sensors is afkomstig van een aantal glasvezels die zo nauwkeurig moeten worden gepositioneerd dat dit tot nu toe alleen in een lab-opstelling mogelijk was. De onderzoekers hebben nu een manier gevonden om de glasvezels snel, goedkoop en met de benodigde nauwkeurigheid aan de chip vast te maken, waardoor het gebruik van dit soort sensors ook buiten het laboratorium mogelijk wordt.

De werking van fotonische thermometers berust op de interactie tussen licht en in een chip geëtste patronen. Hierbij worden bepaalde lichtfrequenties gereflecteerd en andere verstrooid. Welke frequenties dit zijn is afhankelijk van de temperatuur van de chip. Het individueel bevestigen van de benodigde glasvezels op de chip zou tijdrovend en duur zijn. Het succesvolle alternatief is het gebruik van een standaard glasvezel-array waar de optische structuren in de chip op zijn aangepast. Deze glasvezelbundel wordt in zijn geheel met een micro-manipulator op zijn plaats gebracht en met UV-uithardende kunsthars gefixeerd.