De meeste bewegingsdetectors werken met infrarood-sensoren die op de warmtestraling van een mens reageren. Maar het kan ook eenvoudiger: men kan namelijk ook het omgevingslicht gebruiken en lichtverschillen detecteren.
Elke beweging van een persoon heeft een verandering van licht tot gevolg. Om deze verandering te herkennen wordt in de hier beschreven schakeling een normale fototransistor als 'oog' gebruikt. Deze reageert op de kleinste verandering van de lichtintensiteit. Het is ook niet direct noodzakelijk dat over de sensor een schaduw valt. Het is al voldoende als iemand een klein deel van de hemel bedekt. De gevoeligheid van de sensor wordt met een instelpotentiometer ingesteld.
Het apparaat werkt over een groot lichtbereik. Er wordt een regelkring met een logaritmische karakteristiek gebruikt om een procentuele verandering van de lichtintensiteit in ieder bereik goed te kunnen herkennen. De schakeling werkt daarom ook in gesloten ruimtes met weinig licht.