Eigenlijk mag je hier niet van 'koptelefoon' spreken - het betreft een HOOFDTELEFOON met hoofdletters...

In 1991 bouwde Sennheiser de beste koptelefoon ter wereld: de Orpheus. Hiervan zijn destijds niet meer dan 350 exemplaren gebouwd - exclusiviteit in optima forma. Om te bewijzen dat ze het nog steeds kunnen, heeft Sennheiser nu de opvolger van de Orpheus uitgebracht: de HE-1. Dit is wat je met recht een compromisloos stuk techniek mag noemen - gecontrueerd uit de edelste materialen, met een uniek design en bovenal een ongeëvenaarde geluidskwaliteit.

De HE-1 wordt als compleet systeem geleverd: niet alleen de koptelefoon zelf, maar ook de bijbehorende versterker. En dat is niet zomaar een versterker, maar een die het beste uit twee werelden - buizentechniek en transistortechniek - in zich verenigt. De behuizing van deze versterker bestaat uit marmer; de elektronica is daarin verend opgehangen om elke mogelijkheid van microfonie uit te sluiten. De specs mogen er wezen: een frequentiebereik van 8 Hz tot meer dan 100 kHz, bij een vervorming van 0,01% bij 1 kHz @ 100 dB SPL.

In de oorschelpen van deze elektrostatische koptelefoon zijn klasse A hoogspannings-MOSFET-versterkers geïntegreerd om de capacitive weerstand van de kabel uit te schakelen. De membraan (met opgedampt platina) is exakt 2,4 µm dik - volgens Sennheiser de garantie voor een optimale geluidsreproductie.

En dan moeten we het nog even over de prijs hebben. De HE-1, waarvan jaarlijks 250 exemplaren gefabriceerd moeten gaan worden, gaat voor EUR 50.000 over de toonbank - hij kost een paar centen, maar dan heb je ook wat...