Het Amerikaanse National Institute of Standards and Technology (NIST) heeft een

mini-sensor ontwikkeld waarmee het magnetisch veld kan worden gemeten dat wordt veroorzaakt door elektrische activiteit in de hersenen. Tot nu toe werd deze magneto-encefalografie (MEG) uitgevoerd met omvangrijke magnetometers (SQUID-arrays) die tot vier graden boven het absolute nulpunt moeten worden gekoeld. De nieuwe sensor heeft de afmetingen van een suikerklontje en werkt bij kamertemperatuur. 

 

De NIST-sensor bevat rubidiumatomen in een gas dat wordt verlicht door een laagvermogen laser. De atomen absorberen hierbij een deel van het laserlicht. De mate van absorptie hangt af van de sterkte van het magnetische veld. Door de hoeveelheid overblijvend licht te meten kan de sterkte van het magnetische veld worden bepaald. De nieuwe sensor is in staat om een veldsterkte van ongeveer 1 picotesla te meten (dat is vijftig miljoen maal minder dan de sterkte van het aardmagnetisch veld). Hiermee is de nieuwe sensor weliswaar iets minder gevoelig dan de tot nu toe gebruikte SQUID-arrays (Superconducting QUantum Interference Device) maar heeft als voordelen dat deze kleiner en lichter is, en niet hoeft te worden gekoeld.