Graphs en traces

De output van simulaties is het beste weer te geven in de vorm van grafieken en daar heeft LTspice er een heleboel van. Hoofdstuk 8 gaat over grafieken of over de “virtuele oscilloscoop” zoals hij in het boek wordt genoemd. In ongeveer 50 pagina’s worden de ins en outs van traces besproken. Wist u dat u het momentane vermogen dat in een component wordt gedissipeerd zichtbaar kunt maken door erop te klikken terwijl u de ALT -toets ingedrukt houdt? Of dat klikken op het label van een trace met de CTRL-toets ingedrukt, het mogelijk maakt om de effectieve waarde (RMS) van dat signaal over een tijdsperiode te visualiseren?

Het uitvoeren van simulaties

In hoofdstukken 9 en 10 wordt het simuleren van schakelingen besproken, van DC- en AC-analyse tot temperatuur-sweeps, ruismodellen en niet-lineaire simulaties. Het boek behandelt analyse in tijd- en frequentiedomein en de tolerantiedistributies van componentwaarden met Monte Carlo-simulaties. Hoofdstuk 11 behandelt numerieke meetcommando’s en laat zien hoe simulaties kunnen worden herhaald met verschillende componentwaarden.LTspice simulation

"She’s a model and she’s looking good"

Simulaties kunnen nooit waarheidsgetrouwer zijn dan de component- en signaalmodellen waaruit ze zijn opgebouwd. Daarom wordt in de hoofdstukken 12 t/m 17 uitgebreid ingegaan op modellen en modellering. Stroom- en spanningsbronnen vormen het onderwerp van de 60 pagina’s van hoofdstuk 13. De twee belangrijkste typen, afhankelijke en onafhankelijke bronnen, worden in detail beschreven, maar jammer genoeg verwijst de titel van paragraaf 13.10 ten onrechte naar onafhankelijke bronnen. Een beetje slordig :-(

Passieve componenten worden uitgelegd in hoofdstuk 14, terwijl hoofdstuk 15 gaat over halfgeleidermodellen. (Een eervolle vermelding voor het VBIC-model van de bipolaire transistor met zijn 108 parameters…)

Onderdelen die u vaak nodig hebt, maar niet goed weet hoe ze te gebruiken (schakelaars, transmissielijnen, digitale logica e.d.) worden beschreven in hoofdstuk 16.