Natuurmonumenten maakt zich sterk voor een groener platteland met de planten en dieren die daar bij horen. Dat is hard nodig, want de biodiversiteit is er door intensief gebruik van het platteland flink afgenomen.

Situatie
Europa heeft het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) aangepast. De subsidie hangt niet langer af van de productie, maar van de landbouwgrond. De agrariër krijgt een betalingsrecht voor elke hectare die hij op mag geven. De vroegere subsidie wordt in enkele jaren afgebouwd (zogenaamde compensatiegelden). Voor de betalingsrechten zijn natuurgebieden uitgesloten, maar natuurlijk grasland en natuurrijke akkers komen wel in aanmerking. Boeren die hun bedrijfsvoering groener maken, krijgen meer subsidie.

Groen
Natuurmonumenten zet zich in voor een mooier platteland met bonte, bloemrijke weiden vol weidevogels en andere planten en dieren die bij Nederland horen. De overheid wil ook een groener platteland, de subsidie (GLB) moet hieraan bijdragen. Een groener platteland is hard nodig, want de biodiversiteit is er door intensief gebruik van het platteland flink afgenomen. Natuurmonumenten wil de natuur zo sterk maken dat die weer tegen een stootje kan.

Wat doet Natuurmonumenten?
Om allerlei redenen heeft Natuurmonumenten landbouwgrond in bezit. Denk aan het grasland waar weidevogels broeden, of aan de landbouwgrond die bij een landgoed hoort. Ook de rand tussen een bos en weiland is voor veel dieren onmisbaar.

Natuurmonumenten heeft 25.000 hectare landbouwgrond op een totaal van ruim 105.000 hectare, die ze samen met haar leden onderhoudt. Een groot deel daarvan wordt gepacht door boeren. Uiteraard met als doel een mooiere natuur. De hoogte van de pacht is zoals altijd een kwestie van marktwerking en een uitkomst van onderhandelingen.

Overgang
Omdat de eerste vier jaar een overgangsperiode is, maakt Natuurmonumenten afspraken met boeren. We willen hen er onder andere van verzekeren dat ze alle compensatiegelden kunnen aanvragen, ook als zij op onze gronden werkzaam zijn.