Onderzoekers van FOM-instituut AMOLF en de TU Eindhoven hebben een theorie en een experimentele methode ontwikkeld, waarmee zij voor het eerst in detail kunnen laten zien hoe een nanozonnecel werkt. Dit was vanwege het formaat van deze zonnecellen tot nu toe een probleem. Met de nieuwe techniek komt de toepassing van nanotechnologie in duurzame energievoorziening een stuk dichterbij.

Over de werking van zonnecellen gebaseerd op nanotechnologie was tot nu toe weinig bekend. Deze cellen gedragen zich volgens andere wetten dan 'normale' zonnecellen en ze zijn door hun geringe afmetingen ook lastig te onderzoeken, de gebruikelijke meetapparatuur is hiervoor onbruikbaar. Zo wil je bijvoorbeeld weten hoeveel stroom een zonnecel levert als je er rood of blauw licht op schijnt. Maar bij metingen aan nanozonnecellen kwam er veel meer stroom uit dan volgens bestaande theorieën over zonnecellen mogelijk is.

Normaal gedraagt licht zich als een bundel deeltjes, maar op nanoschaal gedraagt het zich als een golf. Het gevolg is dat nanozonnecellen in vergelijking met doorsnee zonnecellen veel meer licht absorberen dan je zou verwachten op basis van hun afmetingen. Dat verklaart ook waarom er meer stroom uit zo'n zonnecel kan komen dan je zou verwachten. De wetenschappers hebben nu een theorie geformuleerd die de golfachtige natuur van het licht combineert met de bestaande theorieën over de werking van een zonnecel. Vervolgens hebben ze deze theorie experimenteel getest op een zonnecel van een enkele nanodraad.