opamp-stroombron

96 52 OPAMP-STROO114BRON De hier getoonde stroombron is min- der bekend dan de uitvoering met één opamp en één tran- sistor. Het nadeel van laatstgenoem- de schakeling is het feit dat de stroom hierbij maar in één richting kan lopen. Bovendien moet er een referentiepunt zijn waaruit de stroom betrokken kan worden. Deze nade- len heeft de afgebeelde stroombron niet. Bovendien heeft ze een redelijk hoogohmige differentiaal-ingang. Aan de hand van een voorbeeld zul- len we laten zien hoe de schakeling werkt. Stel dat we op ingang 2 10 V zetten en op ingang 1 11 V. We nemen even aan dat aan de uitgang van de schakeling een spanning van 4,5 V staat (dit wordt bepaald door de externe weerstand waarover de stroom een spanningsval veroor- zaakt). Over R2 valt dan 0,5 V en over R4 5 V. De + -ingang ligt dus op 9,5 V. De opamp zal zijn uitgangsspanning zodanig instellen dat hij op zijn inver- terende ingang dezelfde spanning "ziet". In dat geval staat over Rl 11 — 9,5 = 1,5 V....