De grafische programmeertaal LabVIEW (LV) viert dit jaar haar dertigste verjaardag. In LabVIEW worden programma’s opgebouwd met behulp van een aantal basiscomponenten die worden gepresenteerd als blokken. Tussen die blokken worden draden getrokken op het scherm en zo worden programma’s opgebouwd zonder ingewikkelde code in een tekst-gebaseerde taal zoals Python of C te hoeven schrijven. Je zou verwachten dat LV na dertig jaar ontwikkeling wel alle basiscomponenten zou bevatten, maar in de nieuwste versie, LV 2016, wordt toch een nieuwe draad geïntroduceerd: de Channel Wire.

De Channel Wire maakt het mogelijk om data uit te wisselen tussen parallelle processen en dat grafisch weer te geven. Natuurlijk kan die communicatie ook op andere manieren worden gerealiseerd, maar nu wordt het visueel expliciet en overzichtelijk weergegeven. Gewoon een draad tekenen om communicatie tussen processen te implementeren maakt de code veel gemakkelijker te begrijpen. Volgens welingelichte kringen is men op dit moment bezig om de Channel Wire ook te implementeren in de FPGA-naar-microcontroller communicatie. Dat zou inderdaad een revolutionaire vereenvoudiging zijn, die dan misschien beschikbaar komt in LV 2017.

De ontwikkeling van de Channel Wire is tien jaar geleden begonnen door Jeff Kodosky, de medeoprichter van National Instruments en de uitvinder van LV, maar de computertechnologie om het praktisch te realiseren is pas sinds een paar jaar beschikbaar. Eigenlijk was Jeff’s draad al stiekem beschikbaar in LV 2015, maar hij was zó verborgen dat maar weinig gebruikers wisten van het bestaan ervan. In LV 2016 is het eindelijk een nieuw basisobject in de taal geworden.