Start-ups en professionele makers zijn het goud van vandaag en er is een verwoede goudkoorts ontstaan waarin moderne goudzoekers de grootste goudklomp hopen op te graven en de rijkste goudader hopen te vinden. Op crowdfunding-platforms worden door gretige makers op zoek naar rijke investeerders allerlei ideeën voor innovatieve producten gelanceerd;  maker-ondersteunende platforms ontstaan in iedere hoek van het internet, in de hoop de volgende Steve Jobs te vangen. Herinnert u zich de internet-zeepbel van een paar jaar geleden? Nu is het de tijd van de maker-zeepbel.

Zeepbellen hebben altijd bestaan; ik heb er zelfs een boek over. Het werd in 1841 geschreven door Charles Mackay en de titel ervan “Extraordinary Popular Delusions & the Madness of Crowds” zegt alles. Volgens dit boek werd de term ‘bubble’ in de betekenis van economische zeepbel ergens rond 1720 uitgevonden.
 
Hier volgt een epigram uit een achttiende-eeuws Engels spel kaarten waarmee zeepbelbedrijven werden ontmaskerd en de spot werd gedreven met investeerders:

“He that is rich and wants to fool away
A good round sum in North America,
Let him subscribe himself a headlong sharer,
And asses’ ears shall honour him or bearer.”

Vrij vertaald:
“Hij die rijk is en wil verliezen 
Een flinke som geld in Noord-Amerika,
Laat hem een onbezonnen aandeel kiezen 
En ezelsoren tooien hem of de uitgever daarna.”

Kickstarter, is dat niet een Noord-Amerikaans bedrijf?