Onderzoekers van de Stichting FOM, de Universiteit Leiden, de Technische Universiteit Eindhoven en Philips Research hebben een nieuw soort laser gemaakt. Deze laser maakt gebruik van lichtbundels die zijn gevangen op een metaaloppervlak, zogenaamde oppervlakteplasmonen. Met de plasmontechniek kunnen lasers vele malen kleiner worden. De dikte van de gemaakte oppervlakteplasmonlaser is nu slechts een paar duizendsten van de dikte van een haar, maar de onderzoekers stellen dat het systeem wellicht nog dunner kan. In de toekomst zou de plasmontechnologie bruikbaar kunnen zijn in computers of beeldschermen.

 

De oppervlakteplasmonlaser bestaat uit een dun gouden oppervlak met zo'n duizend minuscule gaatjes – een ontwerp dat nog niet eerder werd gebruikt. De gaatjes weerkaatsen de oppervlakteplasmonen en vormen ze daarbij om tot gewoon licht. Het rooster is op een materiaal geplakt dat het licht verder versterkt. Als de totale lichtversterking voldoende is, krijgt het licht de kenmerkende eigenschappen van een laser: een felle, goed gerichte bundel van één enkele kleur.

 

De resultaten van het onderzoek werden op 13 mei 2013 gepubliceerd in het tijdschrift Physical Review Letters.