Na ruim negen jaar in een omloopbaan om de aarde waarnemingen te hebben gedaan, gaat de Kepler-ruimtetelescoop van NASA met pensioen ― er is geen brandstof meer aan boord voor nieuwe observaties.

Miljarden planeten

De gegevens die de ruimtetelescoop heeft verzameld, geven aanleiding tot het vermoeden dat alleen al onze eigen Melkweg miljarden ‘onzichtbare’ planeten rijk is ― veel meer planeten dan sterren.

Omdat de ruimtetelescoop zich in een baan op zeer grote afstand van de aarde bevindt en daar geen gevaar vormt voor andere satellieten of bemande missies, heeft NASA besloten hem daar te laten in plaats van hem naar beneden te halen en in de dampkring te laten verbranden.

Verwachtingen overtroffen

Bij het zoeken naar planeten buiten ons eigen zonnestelsel heeft Kepler de stoutste verwachtingen van wetenschappers overtroffen ― en de weg geëffend voor de zoektocht naar leven in ons eigen zonnestelsel en daarbuiten.

Wanneer de waarnemingen van Kepler worden geëxtrapoleerd, kan worden gesteld dat 20 tot 50 procent van de sterren die we ’s nachts zien, waarschijnlijk planeten hebben ― kleine, min of meer aardachtige planeten (dus met een rotsachtig oppervlak) die zich op een zodanige afstand van hun zon bevinden dat vloeibaar water kan bestaan, een voorwaarde voor het ontstaan van leven zoals wij dat kennen.

Detectiemethode

De door Kepler toegepaste detectiemethode wordt transitiefotometrie genoemd. Wanneer een planeet, vanuit Kepler gezien, voor zijn ster passeert, zal het licht van die ster door de planeet een heel klein beetje worden geblokkeerd ― genoeg om gemeten te kunnen worden. Uit die metingen kan vervolgens de grootte en de baan van de planeet worden afgeleid.
 

Video: NASA/Ames/Wendy Stenzel/JPL-Caltech
 
Video: Public Broadcasting Service/Nova