Al jaren worden in auto’s draadloze communicatietechniek en sensoren ingebouwd waarmee botsingen (ongevallen) automatisch als zodanig worden onderkend en inclusief gegevens over plaats en tijd aan alarmcentrales en dergelijke worden doorgegeven. In die gevallen dient de technische vooruitgang de veiligheid van de gebruiker en daar is eigenlijk nauwelijks iets op tegen.

Natuurlijk bieden de in auto’s ingebouwde lokalisatiesystemen en versnellingssensoren ook eindeloos veel mogelijkheden voor minder welwillende controle-activiteiten. Verzekeraars bieden bijvoorbeeld al zogenaamde telematica-polissen aan waarbij het rijgedrag mede bepalend is voor de verzekeringspremie. Daarbij wordt slechts op kleine schaal van extra elektronica gebruik gemaakt, en deelname is vrijwillig. De sensorgegevens van de ingebouwde boordelektronica worden nu nog slechts in noodgevallen aan reddingsdiensten doorgegeven; verder belanden de gegevens vooralsnog alleen bij de autofabrikant. Maar ook bij de misdaadbestrijding is het heel verleidelijk om altijd meteen te weten waar elke auto op elk moment onderweg is.

De Europese Commissie deed daar afgelopen week nog een schepje bovenop: vanaf 1 januari 2020 moet bij een nieuwe typegoedkeuring en vanaf 1 januari 2021 in alle nieuwe voertuigen zogenaamde OBFCM-software (On-Board Fuel Consumption Management) ingebouwd zijn die permanent het benzine- resp. energieverbruik meet. Mobiele communicatie is nu al verplicht. Daarom hoeft het niet te verwonderen dat het verbruik van (nieuwe) auto’s verplicht niet alleen gemeten maar ook doorgegeven c.q. gemeld moet worden. Er is nog niet besloten of dat eenmaal per jaar via de bij de fabrikant opgeslage gegevens moet plaatsvinden of toch liever op elk moment en centraal. U mag driemaal raden waarvoor uiteindelijk gekozen zal worden, en u mag nog een keer raden welke gevolgen dat voor uzelf en uw portemonnee zal hebben.