Phaser (1)


idee: Elex-team
 

Elke musicus kan u vertellen dat een phaser en apparaat is om het geluid van een instrument op een uiterst specifieke manier te vervormen. Dat vervormen kan op verschillende manieren gebeuren: met een zogenaamd emmertjesgeheugen, met selectief geactiveerde LC-kringen of – zoals we hier doen – met frequentie-afhankelijke faseverschuivers in combinatie met een LFO (Low Frequency Oscillator).
 

Kamvormig

Zo ontstaat het phasing-effect: op meerdere plaatsen in het audiospectrum worden bepaalde frequenties verzwakt of ‘uitgelicht’. Dat doen we door het audiosignaal in fase te verschuiven en met behulp van een LFO op de tijd-as ‘heen en weer’ te schuiven. Met een somschakeling wordt het bewerkte signaal bij het oorspronkelijke signaal opgeteld. Het resultaat ziet er dan ongeveer uit zoals in onderstaande figuur geschetst: een kamvormige karakteristiek.

 

 

Bij onze phaser draait alles uiteindelijk om een bijzonder type filter: het allpass-filter. Dat is een heel merkwaardig ‘filter’: het laat alle frequenties onverzwakt door! Hieronder ziet u het principeschema van zo’n allpass-filter.

 

 

We kunnen de werking van dit filter als volgt enigszins aanschouwelijk maken: door de RC-combinatie aan de niet-inverterende ingang van de opamp wordt het uitgangssignaal vertraagd (in de tijd verschoven). Naast de frequentie van het signaal is de waarde van de condensator bepalend voor de mate van verschuiving. Een allpass-filter is dus niet zozeer een filter als wel een tijdvertragend element.

Een nadeel van dit filter is dat er vanaf een bepaalde grensfrequentie nauwelijks nog van vertraging sprake is. In de uitgewerkte schakeling van de phaser (die in de volgende aflevering besproken wordt – u moet een weekje geduld hebben) hebben we dat opgelost om de werkpunten van telkens twee filters (de uiteindelijke schakeling heeft er zes) hoog in het audiospectrum te leggen.

Zoals gezegd: volgende week het uitgewerkte schema plus tips voor de constructie.