De mensheid produceert zo veel data dat het elke dag moeilijker wordt om die allemaal op te slaan. Naar verwachting zal vanaf 2020 ongeveer 40 zettabytes aan data per jaar worden gegenereerd (1 ZB = 1.000.000.000.000.000.000.000 bytes); in 2025 moet er, volgens Seagate, 163 ZB aan data worden opgeslagen. Dat komt overeen met een heleboel USB-geheugenstickjes...

Traditionele technologieën zoals harde schijven en SSD-geheugens bereiken binnenkort hun grenzen. Daarom zijn onderzoekers en wetenschappers aan het kijken naar nieuwe manieren om data op te slaan. Optische dataopslag is een veelbelovende richting om dit te zoeken, vooral omdat daarmee meerdere bits in één cel kunnen worden opgeslagen.

Een nieuwe methode die nu voor de University of Adelaide (in Australië) wordt onderzocht door wetenschappers maakt gebruik van nanokristallen van een paar honderd nanometer groot als opslagelementen. Met lasers kan de elektronische toestand van de kristallen op een gecontroleerde manier worden veranderd. Dit verandert de fluorescentie-eigenschappen en daarmee kan informatie worden opgeslagen. Omdat het proces omkeerbaar is, is het nanokristal-geheugen herschrijfbaar.

Deze techniek is mogelijk doordat de valentie van de samarium-atomen in het kristal heel efficiënt kan veranderen tussen Sm3+ en Sm2+. Een lezer die vergelijkbaar is met de optische lezer van een DVD-speler kan de data weer uitlezen.

Door het reduceren van de golflengte van het laserlicht en microscopietechnieken met een heel grote resolutie denken de onderzoekers dat in de toekomst opslagcapaciteiten van petabytes (PB) per cm³ haalbaar zijn. (Men denkt dat het menselijke brein ongeveer 2,5 PB kan opslaan.)