Sinds enige tijd gebruiken we in het Elektor-lab een SQ100. Het doosje waarin het apparaatje arriveerde, vonden we al vrij compact. De grootste verrassing bleek echter binnenin te zitten: de analyzer zelf was onwaarschijnlijk klein, slechts 5x5 cm! Toch bevat  het grijze kastje alle noodzakelijke hardware voor een snelle 4-kanaals analyzer. In het doosje zitten verder een USB-aansluitkabel en een 5-aderig meetsnoertje met aansluitclips.

De bijbehorende software ScanaStudio  (beschikbaar op de Ikalogic-website voor Windows, OS X en Linux) is snel geïnstalleerd. Dit programma is heel overzichtelijk van opzet en na enig uitproberen weet je al snel hoe de belangrijkste dingen werken. Sommige dingen (zoals zelf protocollen maken) zijn wel gecompliceerder, maar het is duidelijk te merken dat dit programma door techneuten voor techneuten is geschreven is. Alles zit helder (logisch?) in elkaar. Bij het starten van het programma start je een nieuwe of bestaande ‘workspace’, een venster waarin de vier kanalen zichtbaar zijn en kunnen worden geconfigureerd. Het is mogelijk meerdere workspaces tegelijk open te hebben, waarbij bijvoorbeeld andere protocollen zijn ingesteld. Op die manier kan snel worden gewisseld, alleen de instellingen voor het actieve venster zijn actief. De vier kanalen staan prominent in beeld, je kunt naar behoefte een of meer deactiveren voor een overzichtelijker beeld.

Via een configuratiemenu kan een aantal punten per in/uitgang worden ingesteld: het te meten logische niveau, of een lijn ingang of uitgang is, open-drain of I²C I/O, RS232-ingang, grootte van de pulldown-afsluitweerstand, eventuele pullup-weerstand. Voor vrijwel elke mogelijke situatie is er wel een passende instelling te vinden.

Het aantal triggermogelijkheden is haast onbeperkt. Naast de keuze voor een handmatige start, op- of neergaande flank heeft men de mogelijkheid om zelf een serie van niveaus en flanken samen te stellen via een drag-and-drop menu. Het is ook mogelijk een decimale, ASCII- of hex-waarde in te voeren als triggerwaarde. Wat we eventueel missen, is een free-running mode om even te kunnen checken of er signalen op een lijn aanwezig zijn.

Na een triggering wordt de interne buffer van de analyzer volgeschreven met data. Deze buffer is afhankelijk van het model 1 tot 16 MB groot. Er wordt geen streaming van de data via USB toegepast, een directe buffer in het apparaat is veel sneller en meestal is de inhoud voldoende om alle gewenste gegevens goed te kunnen volgen. In het weergavevenster kan men door de hele buffer scrollen en in- en uitzoomen. Er kunnen markers worden gezet en diverse soorten metingen worden verricht (zelfs dingen zoals duty-cycle-meting of het aantal op- of neergaande flanken tussen twee markers. Indien gewenst kan er een extra venster worden opgeroepen waarin de data in hex-formaat wordt weergegeven of de datapackets met bijbehorende tijden worden getoond.

Hoe langer je met de ScanaQuad werkt, des te meer ga je de ongecompliceerde en toch zeer uitgebreide user-interface waarderen. We hebben eigenlijk geen enkel punt gevonden waar we kritiek op hebben. Als er al iets is waar we wat over willen opmerken, dan is het misschien de redelijk ingewikkelde definiëring van eigen protocollen. Dat is iets waar je je echt in moet verdiepen, maar we moeten Ikalogic nageven dat ze daarvoor wel een uitgebreide handleiding op hun website hebben staan. De ScanaQuad is zijn geld zonder meer waard en de snelheid in uw schakelingen bepaalt voornamelijk welk type u moet aanschaffen. Klein maar fijn, dat is in dit geval zeker op zijn plaats!