Hebt u ook op 19 juli live op YouTube de ruimtewandeling gevolgd van de astronauten die de nieuwe koppelpoort van het ISS installeerden? Niet echt boeiend. Het was die dag warm op aarde en de concurrentie van de Olympische Spelen was groot. Omdat ik knutselen leuk vind, heb ik het toch even volgehouden. 

Vervolgens werd mijn aandacht getrokken door andere video’s van de NASA, met name over de missie van Juno, een in 2011 gelanceerde ruimtesonde die deze zomer na een reis van vijf jaar in een baan om Jupiter werd gebracht. Dit wonder van geprogrammeerde microelektronica ging onopgemerkt voorbij in het rumoer van de dagelijkse actualiteit. 

Van het een kwam het ander, en ik begon op Wikipedia te lezen over Jupiter en kwam vervolgens terecht bij Laplace  (1749-1827), wiskundige en grondlegger van die zo belangrijke transformaties, natuurkundige, astronoom en een van de eersten die zich in detail voor deze planeet interesseerde. Zonder computer geen ruimtesonde. 

Ik las onder andere dat “het probleem van de lange-termijnstabiliteit van het zonnestelsel en de complexe zwaartekracht-interacties tussen zon en planeten geen simpele analytische oplossing leek toe te staan. Newton, die dit probleem formuleerde nadat hij onregelmatigheden in de beweging van planeten had ontdekt, concludeerde dat een goddelijke interventie nodig moest zijn om het uiteenvallen van het zonnestelsel te voorkomen.”  

Als overtuigd determinist stelde Laplace op zijn beurt: “wij moeten de huidige staat van het universum beschouwen als gevolg van zijn vroegere staat en als oorzaak van dat wat gaat volgen.” Hij vermoedde het bestaan van wat wij nu zwarte gaten noemen en droeg bij aan de ontwikkeling van de kansberekening. Toen Napoleon hem vroeg waarom de invoed van God in zijn werk ontbrak,  antwoordde Laplace, ondanks dat hij een goed christen was, dat hij in staat was geweest om aan deze ‘hypothese’ voorbij te gaan. 

Daarna bedacht hij zich. Hoewel afwezig in de eerste uitgave van zijn Mécanique Céleste, verscheen het woord ‘God’ in de volgende uitgaven. Uit onderworpenheid? Zijn formidabele wetenschappelijke scherpzinnigheid zegt niets over de ethiek van deze wetenschapper.  Zo koos Laplace, eerst een gedreven revolutionair, prompt de kant van Napoleon toen deze keizer was geworden, en later van zijn opvolgers. Alles verandert.

Ik hoop dat wij nooit zulke dramatische keuzes zullen moeten maken.