Een nieuw project van Google (wie anders?) biedt eerherstel voor de pioniers van de millimetergolf-radio die plaats moesten maken voor de huidige gelijkstroom- en microcontroller-generatie van elektronica-ontwerpers. Even ter herinnering: uw mobiele telefoon zendt radiogolven uit met een lengte van ongeveer 35 cm (0,8 tot 0,9 GHz) en de radiogolven van uw WiFi-apparaten hebben een lengte van ongeveer 23 cm. Dat is nog steeds ‘gelijkstroom’ voor die paar genieën in de wereld die met millimetergolven werken, dat wil zeggen met frequenties van honderden GHz. Het nadeel van EHF: zender en ontvanger moeten elkaar kunnen ‘zien’. Het grote voordeel: je kunt er gigabits per seconde mee verzenden, met snelheden die zo’n 40 keer hoger zijn dan bij het moderne 4G LTE. Maar dan wel met ‘phased-array’-antennes die recht omhoog wijzen. Inderdaad, naar de lucht… om de pad-demping acceptabel te houden. 

Vergeleken met eerdere experimenten met drones, zweefvliegtuigen en ballonnen op grote hoogte is een door zonne-energie aangedreven vliegtuig (of een groep hiervan) veelzijdiger en betrouwbaarder. Google test deze technologie op dit moment met Centaur, een op zonne-energie werkende drone, en met andere apparaten die worden gemaakt door Google’s afdeling Titan. Het gebeurt allemaal nogal geheimzinnig in een van Virgin Galactic gehuurde hangar, ergens in de woestijn van Nieuw Mexico waar de lucht overwegend blauw is. 

Niet alleen als nieuwe backbone voor 5G mobiele netwerken, maar ook voor ontwikkelingslanden zou het Internet met millimetergolven uit de lucht veel kunnen betekenen. Op een verzoek om informatie werd door Google niet gereageerd – ik denk dat mijn zender op een veel te lage frequentie was afgestemd…