Een elektronicus kan eigenlijk niet zonder oscilloscoop. De laatste jaren lijkt het wel alsof de stand-alone-scoop plaats heeft moeten maken voor een van de talloze USB-oscilloscoopjes. Die hebben natuurlijk de nodige voordelen: je kunt ze aansluiten op een computer, laptop of tablet, zodat je een lekker groot scherm tot je beschikking hebt, de scoopjes zelf zijn meestal heel compact en de bijbehorende software bevat vaak heel wat extra mogelijkheden en foefjes.

Ik test hier bij Elektor heel wat meetapparaten en ik heb intussen de nodige oscilloscopen in mijn vingers gehad. Laatst was ik bezig met een Siglent-oscilloscoop en toen viel me toch weer eens op hoe prettig ik het vind om één apparaat te hebben waar alles wat je nodig hebt in één behuizing zit en waarbij je lekker aan echte knoppen kunt draaien. Begrijp me goed, ik heb niks tegen een USB-scoop en thuis gebruik ik zelf ook zo’n apparaatje. Daar is helemaal niks mis mee!

Maar een ‘gewone’ oscilloscoop heeft toch net iets meer in het dagelijkse gebruik. Je zet het apparaat op de labtafel en je hebt continu beeld, de bedieningselementen zijn (meestal) heel overzichtelijk en vooral een oudere elektronicus weet de meeste knoppen uit ervaring bijna blindelings te vinden. Bovendien kan de computer van de labtafel weg of je gebruikt hem voor andere dingen. Oké, het is niet allemaal rozengeur en maneschijn met zo’n stand-alone scoop, want de menubediening is bij veel exemplaren niet echt gebruiksvriendelijk opgezet. Maar dat heb ik er graag voor over. Ik ben benieuwd wat andere elektronici hier van vinden!