In een eerder editie van dit redactionele commentaar, of deze column, had ik het al over de Maker Bubble en de hype van het oprichten van startups.

Veel mensen breken zich het hoofd over een idee voor een product en hopen een geslaagde startup te beginnen die ze rijk zal maken. Maar veel van deze makers vergeten dat er veel meer nodig is dan een goed product om een bedrijf te beginnen dat langer moet bestaan dan een maand.

Onlangs sprak ik met een maker die ook wel Sneeuwwitje wordt genoemd: ze is met zeven startups begonnen maar die zijn allemaal geflopt. Jawel, al haar startups zijn mislukt. Daar waren verschillende oorzaken voor aan te wijzen, maar verrassend genoeg lag het nooit aan fouten in het product dat ze wilde gaan maken. Sneeuwwitje rijdt nog steeds op haar fiets in plaats van rond te zoeven in een Tesla terwijl haar butler berichten aanneemt en het huishouden runt.

Wat ging er dan fout met al die startups?

Nou, bij de eerste poging had Sneeuwwitje samengewerkt met een vriend die het al geld al snel in zijn eigen zakken liet vloeien in plaats van naar de bankrekening van het bedrijf, zodat de rekeningen niet meer betaald konden worden.

De tweede startup, dit keer met een commerciële partner in plaats van een vriend, had als doel caramelbiscuits bedekt met een laagje chocolade te produceren. Om precies te zijn: twee in één verpakking. Maar ze kregen onderling zo’n ruzie over het productieproces, dat ze besloten om elk hun eigen weg te gaan, ieder met één helft van het product: één caramelkoekje bedekt met chocola in een verpakking; een product waar natuurlijk niemand op zat te wachten.

Voor de derde startup sloot ze zich aan bij een vriendelijke en heel behulpzame incubator vol goede adviezen. Helaas had Sneeuwwitje die dag zware hoofdpijn, misschien wel door dat glas appelsap dat ze kreeg van die vriendelijke, bejaarde dame die aan het hoofd stond van de incubator. In elk geval las ze het contract niet zo zorgvuldig als ze had moeten doen en twee weken later ontdekte ze dat haar startup niet meer haar eigendom was.

De vierde startup was een menage á trois waar elk van de deelnemers één derde van het bedrijf bezat. Toen de twee andere zakenpartners verliefd op elkaar werden, stemden ze Sneeuwwitje al snel weg uit het bedrijf.

De vijfde startup draaide om een technologische innovatie. Haar partner stond er op om daar een octrooi op aan te vragen, maar Sneeuwwitje was bang dat dat te lang zou gaan duren. Haar partner wist de bank te overtuigen en toen, vele maanden en Euro’s later, het patent toch niet werd verleend, had een concurrent de markt al veroverd.

De zesde startup begon heel goed, met goede partners en goede financiële ondersteuning, maar de bliksem sloeg in het kantoor en haar laptop werd vernield in de brand die toen ontstond. De back-up die Sneeuwwitje altijd veilig bewaarde in haar slaapkamer bleek onleesbaar te zijn.

Bij de zevende startup besloot ze alles zelf te doen. Ze werkte hard, heel hard, maar toen uiteindelijk de steeds grotere vermoeidheid uitmondde in een burn-out gooide ze haar files weg, trapte ze haar laptop in elkaar en belandde ze in een psychiatrische inrichting.

Het gaat nu weer een stuk beter met Sneeuwwitje, maar ze heeft geen plannen voor een achtste startup... Nog niet...

En hoe zit het met uw startup?