Vorige week heeft het Aquila project van Facebook een nieuwe stap gezet in de missie om 5 miljard aardbewoners die nog geen Internet hebben te voorzien van internettoegang. Maar er is wel kritiek op dit plan.
Twee derde van de wereldbevolking leeft in gebieden van de wereld waar nog geen verbinding met het internet is (sommigen willen daar juist graag wonen omdat ze geen Internet willen). Het gaat om afgelegen, tamelijk dun bevolkte gebieden en de kosten van het aanleggen van netwerkinfrastructuur op de grond zouden te hoog zijn. Zowel Google als Facebook werken aan vergelijkbare oplossingen voor dit ‘probleem’.

Google’s oplossing heet ‘Project Loon’ en houdt in dat er een netwerk in de lucht wordt gebouwd met behulp van ballonnen die zijn uitgerust met transceivers. Die moeten op een hoogte van 60.000 meter komen te drijven. Op die hoogte is de windsnelheid over het algemeen maar ongeveer 5 knopen en het is de bedoeling om de ballonnen in positie te houden door de hoogte te veranderen, zodat ze gebruik kunnen maken van het feit dat de wind op verschillende hoogten uit een andere richting waait.
Facebook’s Aquila-project maakt gebruik van gemotoriseerde drones met V-vleugels met een spanwijdte groter dan die van een Boeing 737. Ze komen op dezelfde hoogte als de Google’s ballonnen en maken gebruik van energie uit zonnecellen die wordt opgeslagen in accu’s om in cirkelvormige banen in positie te blijven. Wolken zijn er niet op die hoogte, dus de communicatie tussen de drones zal plaatsvinden met behulp van laserkanalen.
 
Het Aquila-netwerk zal deel uitmaken van Facebook’s ‘Free Basics’-service en gebruikers gratis toegang geven tot een beperkt aantal internetsites (jawel, Facebook is één van die sites). Sommige waarnemers hebben kritiek geuit op dit plan, omdat het duidelijk in strijd is met het principe van netneutraliteit. Nadat het Europese hof vorige week heeft besloten om Google een boete van $2,7 miljard op te leggen voor wat werd omschreven als oneerlijke praktijken, zullen veel andere bedrijven ongetwijfeld zenuwachtig worden. Cyberspace wordt steeds meer gedomineerd door een paar technische reuzen. Is het de taak van regeringen om ze ter verantwoording te roepen?